Er wordt nog volop gewerkt aan de Wet Kwaliteitsborging. Op 12 april jl. heeft de Eerste Kamer haar vragen gesteld over de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Het beetje rumour na het aannemen van de wet door de Tweede Kamer is verdwenen naar het achterland van de politiek. Niet dat het nergens over gaat: o.a. over wie er de schuld moet krijgen als het fout gaat, wat er vooraf én bij oplevering achteraf vastgelegd moet zijn, wie daar iets over te zeggen moeten hebben. Maar het is vooral stil. Belanghebbenden zijn achter de schermen druk met hun lobby en de rest vraagt zich af of er nog iets gaat gebeuren voor zover men zich überhaupt iets afvraagt.

Toch leeft er wel een groot besef dat er iets moet gaan gebeuren in de bouw. De recent geintroduceerde Bouwagenda toont dit op ambtelijk niveau. Uit de dagelijkse praktijk horen wij regelmatig terugkomende verhalen over:

 

  • toenemend tekort aan vakmensen
  • (te) krappe marges
  • onwerkbare contractvormen
  • regeldruk

Dit horen we niet alleen in de recente kennissessies die met BouwKwaliteitPlus zijn georganiseerd, maar ook tijdens pilotprojecten waar opdrachtgevers en aannemers vol verwachtingen mee aan de slag zijn.

Laten we er maar even vanuit gaan dat deze periode de stilte voor de storm is. Zodra de Eerste Kamer er uit is zal de publiciteit zijn werk doen, vooral als de vergunningaanvrager aan het gemeenteloket met meer vragen dan antwoorden terugkomt. En voor het geval de Eerste Kamer de wet onverhoopt torpedeert zal er toch iets moeten gebeuren.

Je kunt maar beter voorbereid zijn.

Share This