Toezicht op de bouw moet anders, vrijwel niemand is het daarover óneens. Waarom is de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen dan zo vatbaar voor discussie?

Op dinsdag 14 mei 2019 gaat de Eerste Kamer een besluit nemen over deze Wet. Twee jaar geleden is de stemming over het wetsvoorstel aangehouden op verzoek van oud-minister Plasterk. Niet alleen het CDA had haar twijfels, ook andere partijen kregen van de toenmalige minister onvoldoende antwoord op hun vragen.

Discussie

Het wetsvoorstel is vatbaar voor discussie omdat het veelomvattend is en gevolgen heeft voor handhavende, adviserende en uitvoerende partijen. In het bijzonder daar waar het gaat over de aanscherping van de aansprakelijkheid en de waarschuwingsplicht van de aannemer. Ook bevat het wetsvoorstel een stelsel van kwaliteitsborging, een gedeeltelijke privatisering van het bouwtoezicht.

De redenen hiervoor destijds waren voornamelijk:

  1. verbetering van de positie van de consument;
  2. stimuleren van de bouwsector om zelf kwalitatief te borgen;
  3. handhaving te organiseren die meer op resultaat is gebaseerd dan op papier;

Gaat de wet hier dan voor zorgen?

Voor wat betreft de positie van de consument lijkt dit zeker het geval te zijn met de verbrede aansprakelijkheid van de aannemer. Echter het wetsvoorstel voorziet niet in een verplichte verzekering voor de aannemer waardoor de feitelijke bescherming van de consument beperkt is. Vooral als deze een aannemer contracteert op grond van prijs en niet op basis van deskundigheid. Op dan duur zal dit effect verdwijnen met de gedachte dat niet gekwalificeerde aannemers uiteindelijk geen bestaansrecht meer hebben.

Voor de prikkel aan de uitvoerende bouw om de eigen kwaliteit te borgen lijkt dit ook het geval te zijn gezien de bezwaren die er leven bij een deel van de uitvoerende bouw tegen de aanscherping van de aansprakelijkheid. Het stelsel beoogt echter een evenwichtigere verdeling tussen de aansprakelijkheid voor gebreken en bevat voldoende waarborgen ter bescherming van de juridische positie van de aannemer. De minister heeft vorig jaar juni in een brief toegelicht dat de aannemer niet hoeft te vrezen voor aansprakelijkheid indien hij recht doet aan zijn waarschuwingsplicht, en niet aansprakelijk voor fouten van anderen, zoals de architect, kan worden gehouden.

Desondanks lijkt het erop dat de bouwers er meer belang aan hechten om geschillen beter naar hun hand te kunnen zetten dan het verbeteren van de eigen kwaliteit.

De papieren werkelijkheid die gesuggereerd wordt tenslotte vindt zijn oorsprong in de wijze waarop Bouw- en Woningtoezicht nu te werk gaat. Deze is gebaseerd op een technische toetsing van ontwerpgegevens die in de meeste gevallen wijzigen gedurende de uitvoering. Plantoetsing en uitvoeringscontrole zijn dus niet zo strikt gescheiden als het lijkt, en dit maakt het voor de handhavers onnodig complex. De wet gaat uit van toetsing op basis van technische toetsing gedurende het gehele proces, en maakt de controles hierdoor effectiever. Ook verdwijnen met de wet de verschillen die kunnen ontstaan omdat niet elke gemeente op dezelfde wijze de handhaving organiseert.

Verandering

Het toezicht op de bouw verandert, ook zonder de wet. Simpelweg omdat er nu geen bouwkundig opzichters meer worden opgeleid die het belang van de opdrachtgever dienen. De opleiding tot opzichter BNA/VTS is ter ziele. Als je het bouwtoezicht in wil kun je de opleiding tot Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht gaan volgen. Deze opleiders horen al jaren dat het curriculum aangepast moet worden op basis van de wet die er maar door niet lijkt te komen.

Als de WKB door de Eerste Kamer wordt aangenomen zal dit zekerheid en duidelijkheid bieden voor diegene waarvoor het bedoeld is. Mocht de wet het onverhoopt toch niet gaan halen dan zullen bovenstaande veranderingen toch gestuurd moeten worden. Dit met het gegeven dat de prikkel bij de bouwers om kwaliteit te leveren uit de bouwers zelf moet ontstaan, en dat de technische toetsing per gemeente verschillend en complex blijft. Het is te gemakkelijk om de overheid te vragen hier een oplossing voor te bedenken als de wet wordt afgewezen.

Wie is aan zet?

Het naleven van voorschriften en contracten zal altijd inspanning vragen van alle partijen in de bouwkolom, ook van de opdrachtgever en de overheid. Vroegtijdige participatie van alle partijen in het proces, een goede documentatie tijdens de uitvoering en een sluitend bouwdossier zou dit een stuk gemakkelijker maken, evenals voldoende capaciteit en onderling begrip. Dit gaat echter niet vanzelf. Wie gaat dan het voortouw nemen?

Op donderdagmiddag 20 juni verzorgt BouwKwaliteitPlus samen met PlanGarant een informatiesessie over de invoering van de wet kwaliteitsborging in het Business Center Gemert.

Gemist? dan zijn er nog mogelijkheden op 27 juni in ’t Harde en 4 juli in Zoetermeer.

Informatie en aanmelding kan via info@bkplus.nl

Share This