De gemeenten maken zich zorgen over de uitvoerbaarheid en financiering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Deze zorgen komen voort uit discussies, studies, vooroordelen, eerdere pilotprojecten en centraal te monitoren proefprojecten. Dit zouden er enkele duizenden moeten zijn volgens het accoord dat de minister begin 2019 sloot met de VNG . Het werden er slechts een handjevol in anderhalf jaar tijd.

Vertrouwen

Hoe dat komt? Opdrachtgevers zien geen toegevoegde waarde en gemeenten zien geen noodzaak om te oefenen met de nieuwe wet. Ook omdat het geld kost. Aannemers zijn nog het meest bereidwillig maar zijn niet de initiator, en waarom zouden ze ook? De discussie wordt bij gebrek aan ervaringsgegevens nu de datum van invoering nadert vooral gevoerd op basis van hypotheses. Om te kunnen handhaven moet de gemeente vanaf 2022 vertrouwen op de waarnemingen en beoordelingen van een private kwaliteitsborger. Dat  vertrouwen is er niet, getuige de brief die de VNG op 12 mei 2020 stuurde naar de Eerste en Tweede Kamer waarin gewaarschuwd wordt voor dubbel werk dat men voorziet bij de uitvoering door gemeenten en kwaliteitsborgers.

Aansprakelijkheid

Vorige maand werd in Heesch een blok van zeven rijtjeshuizen ontruimd vanwege instortingsgevaar. De scharnierkap was 15 jaar geleden niet goed bevestigd en de gemeente heeft dit kennelijk over het hoofd gezien. Dat zou een private kwaliteitsborger ook kunnen overkomen. Die heeft dan echter wel het nodige uit te leggen, en loopt een gerede kans zijn accreditatie te verliezen als kwaliteitsborger. Voor de verantwoordelijke gemeente ambtenaar ligt dat anders. Veel gemeenten controleren afhankelijk van beschikbare capaciteit, sommige zelfs helemaal niet. Geruisloos. Dit is geen publiek geheim, zoals er ook voorbeelden zijn van gemeentelijke toezichthouders die niet ongevoelig zijn voor druk of ongedocumenteerde tegenspraak van opdrachtgevers of aannemers. Hoe zit het dan met de aansprakelijkheid van de gemeente als het mis gaat? De praktijk wijst uit dat deze beperkt is. Veelal moet de opdrachtgever het samen met zijn bouwpartners maar zien op te lossen.

Risico’s

De risico’s voor de gevolgen van uitvoeringsfouten liggen niet bij de gemeenten. Deze liggen vooral bij de opdrachtgever en de aannemer, waarbij de Wkb voor de aannemer voorziet in een verbreding van diens aansprakelijkheid.  In opdracht van OmgevingsdienstNL, de vereniging van 29 regionale uitvoeringsdiensten, analyseerde bureau Berenschot recent de risico’s voor gemeenten. Dit onderzoek is gepubliceerd onder https://www.berenschot.nl/actueel/2020/juli/gemeentelijke-financien/. Hierin gaat het vooral over de financiële risico’s vanwege onvoldoende dekking voor het uitvoeren van gemeentelijke taken. Berenschot beveelt onder meer aan om op basis van de veranderende taken van de gemeente een financiële impactanalyse te maken, hierop de legesverordening te herzien en … te starten met proefprojecten. Niet onverstandig, het is zo 2022.

Hulp nodig?

Onder BouwKwaliteit Plus bied ik samen met overige specialisten ondersteuning in de contractering van een private borger en met het Wkb proof maken van je projecten. Neem vrijblijvend contact met ons op via info@bkplus.nl, of 0492 820999

BouwKwaliteit Plus heeft afgelopen jaar een aantal themasessies verzorgd. Vanwege de coronamaatregelen delen we onze kennis nu periodiek online. Afhankelijk van de actualiteit verzorgen we regelmatig online updates voor aannemers, opdrachtgevers, architecten en adviseurs. Volg BouwKwaliteit Plus op LinkedIn als je hiervan op de hoogte gehouden wenst te worden.

Share This