Het wordt tijd dat er bericht komt. Maar de beleidsmakers gaan niet over één nacht ijs. Minister Ollongren heeft op 30 april jl. een brief geschreven aan de Tweede Kamer waarin ze aangeeft meer tijd nodig te hebben om informatie te geven over het traject van de invoering van de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Op dezelfde dag hebben Bouwend Nederland, Vereniging Eigen Huis en de VNG een brief gestuurd naar de minister waarin zij aangeven dat de wet ingevoerd kan worden onder voorwaarde dat:

  1. De aansprakelijkheid van de bouwer jegens de consument spoedig wordt ingevoerd;
  2. Privatisering van toezicht moet leiden tot betere kwaliteit tegen aanvaardbare kosten;
  3. De rol van het bevoegd gezag helder moet zijn

Succes mevrouw Ollongren! U wacht nog op het antwoord hoe de vloer van de parkeergarage heeft kunnen bezwijken, en wie dit had moeten voorkomen. U moet aangeven welke gebouwen onveilig zijn, een zoektocht nog moeilijker dan het vinden van een fipronil ei. En dan nog deze brief. Het huidige ontoereikende stelsel van toezicht moet vervangen worden door een ander stelsel waarover 20 jaar is nagedacht. De tijd is meer dan rijp maar op het moment suprème komt er weer ergens een slimme opmerking vandaan.

Privatisering en aansprakelijkheid

Het risico dat het niet goed gaat is er nauwelijks, omdat de privatisering begint met woningbouw. Als het gaat om (constructieve) veiligheid en brandveiligheid gaat het in deze sector zelfs in het huidige -ontoereikende- stelsel best goed. De bouwkwaliteit is beter is dan 20 jaar geleden. De (Bouwbesluit) lat ligt inmiddels veel hoger. Niet iedereen haalt het, maar het gaat een stuk beter. De bouwers omarmen nu in hun brief de aansprakelijkheid jegens consumenten, maar doe dit alstublieft dan ook jegens woningcorporaties, als opstap naar de aanvaarding van aansprakelijkheid jegens professionele opdrachtgevers. In de wetenschap dat opdrachtgevers en adviseurs wel degelijk aansprakelijkheid dragen voor hun eigen fouten.

Wachten

Wachten met invoering totdat de kwaliteit aantoonbaar beter wordt is synoniem aan nog een keer 20 jaar met elkaar voorstellingen maken. Wie bepaalt er wanneer de kwaliteit beter is, en welke kwaliteit bedoelen we dan? Wordt het beter als er minder foutmeldingen komen? Moet verbetering aangetoond worden door een nog in ontwikkeling zijnde benchmarking? Of door Thomas van Belzen van Cobouw? Wachten heeft geen zin. Ga er maar vanuit dat het niet allemaal goed is wat er gaat komen want de uitvoerende bouw zoekt nog 20.000 vakmensen die bij voorkeur Nederlands praten..

Kosten

Niet zo moeilijk doen over kosten. Kijk naar de concepten van de grotere bouwconcerns en naar de snelheid en efficiency. Controle op Bouwbesluit, waar het met de privatisering om draait, vergt niet zoveel uren kwaliteitsborging, omdat de bouwers dit gewoon goed op orde hebben. En al kost het meer bij de kleinere projecten voor bouwers die niet aangesloten zijn bij een waarborginstelling; so be it. Investeer in kwaliteit. Er zijn branches waar ongeneerd de kosten voor verbetering van systemen doorberekend worden aan de consument, zoals de verhoging van de tarieven voor internet en TV abonnementen door KPN en Ziggo: ‘We verwachten niet dat dit de laatste keer is dat providers hun abonnementsprijzen verhogen, omdat telecomproviders moeten blijven investeren in betere netwerken en sneller internet’ (Volkskrant 17-5-2018).

En nu?

Het zou een stuk eenvoudiger zijn geweest als de wet in 2017 niet voorzien zou zijn geweest van de onhandige amendementen waarmee de discussie voortduurt. Het is niet anders. Brancheverenigingen zouden er beter aan doen dit te relativeren en beleidsmakers zijn er voor om dit te pareren. Het is beter om over een stelsel te discussiëren dat er is dan eindeloos te discussiëren over een stelsel dat er niet is.

Share This